Palingaak ligt op koers

Op 5 juni 2022 vertrekt de palingaak Korneliske Ykes II voor een historische reis naar de Oostzee. Om deze reis veilig en soepel te laten verlopen, worden er twee oefenweekenden georganiseerd. Gedurende de reis naar de Oostzee wordt er ook ’s nachts doorgevaren en dan moet ieder bemanningslid blindelings zijn taak uit kunnen voeren.

Op 23 en 24 april vond het eerste oefenweekend plaats. De omstandigheden waren ideaal: windkracht 5 tot 6 uit (noord)oostelijke richting en veel zon. Stavoren was gekozen als uitvalsbasis om de grotendeels nieuwe bemanning de kneepjes van de aak te leren op het IJsselmeer. Iedereen heeft zeilervaring, maar zeilen op de palingaak vergt specifieke vaardigheden. Wie aan boord stapt van de aak, kan aardig in de war raken van de hoeveelheid lijnen waar je aan kunt trekken.

Grote krachten

De palingaak is een zwaargebouwd eikenhouten zeilschip van 25 meter lang wanneer de kluiverboom is uitgeschoven. De krachten waar je mee te maken krijgt zijn groot. Voor het hijsen van zeilen en het bedienen van zeilen en zwaarden heb je vele mensen nodig. Alles gaat met de hand, zo deden ze dat vroeger nu eenmaal. Welke lijn waarvoor dient, dat moet je goed leren onderscheiden, want alle lijnen hebben dezelfde kleur. Een vergissing kan naast vervelend ook gevaarlijk zijn en dergelijke vergissingen wil je voorkomen. Wanneer je de kluiver aantrekt -het voorste zeil op de palingaak- dan staat daar zoveel kracht op dat er zeker twee tot drie mensen voor nodig zijn. Ook het vieren van zo’n zeil kun je niet alleen doen, want de kluiver trekt je met gemak overboord.

Manoeuvres

Wanneer alle zeilen eenmaal staan, dan ben je zo maar een half uur verder. De balans tussen de voorzeilen (voor de mast) en het grootzeil (achter de mast) moet goed zijn. Is er sprake van onbalans, dan is de aak onbestuurbaar. Ook het besturen van de aak is zware arbeid. Het helmhout bedien je niet met je handen, maar met een aparte lijn die door het helmhout heen loopt (de stuurtalie). Zonder die talie krijg je geen beweging in het roer.

Veranderen van koers en wisselen van boeg, betekent hard werken. De stuurman bedient het roer. Twee mensen bedienen de bakstagen, één of meer mensen bedienen de schoot van het grootzeil, één persoon begeleidt de fok en zeker drie mensen zijn nodig voor de kluiver. Eén bemanningslid laat het zwaard zakken en die helpt de andere twee met het ophalen van het zwaard aan de andere kant. Iedereen moet precies weten wat hij of zij moet doen, zodat begin juni de nachtelijke tochten over de Noordzee naar het oosten veilig afgelegd kunnen worden.

Oefening baart kunst

Zeilen met een groot traditioneel schip op een traditionele manier vergt oefening. Het was duidelijk te merken dat zondagmiddag de manoeuvres soepeler verliepen dan zaterdagochtend. Toch blijven er aandachtspunten staan voor een volgende keer. Op 7 en 8 juni gaat de aak nogmaals naar ruimer water. Daarna is de bemanning er klaar voor en heeft ze de aak in de vingers.